Laos - Reisverslag uit Vientiane, Laos van ruudensuze - WaarBenJij.nu Laos - Reisverslag uit Vientiane, Laos van ruudensuze - WaarBenJij.nu

Laos

Door: Suze & Ruud

Blijf op de hoogte en volg

01 Januari 2015 | Laos, Vientiane

Allereerste natuurlijk de beste wensen allemaal en dat het maar een prachtig jaar mag worden! Wij zijn inmiddels aangekomen in Thailand dus hieronder ons reisverslag uit Laos.

De grens
Gelukkig ondervonden we die avond dat de mensen uit Laos heel erg vriendelijk en behulpzaam zijn. We waren al aan het proberen iemand te regelen die ons naar het eerstvolgende dorpje wilde brengen met zijn busje, toen er toch een bus aan kwam rijden. Deze man vertelde ons echter dat hij ons alleen alleen de ferrylanding van 4000 Islands ging brengen terwijl wij tickets naar Pakse hadden. Wij waren inmiddels behoorlijk pissig en lieten hem dat merken (daar hadden we later spijt van). Hij legde ons (uiteindelijk en in gebrekkig Engels) uit dat de Cambodjaan ons niet alleen had afgezet, maar hem ook te laat had gebeld en had gemeld dat iedereen in de bus naar 4000 Islands moest. Hij belde zijn baas en bood ons een gratis overnachting aan om ons vervolgens de volgende ochtend naar Pakse te brengen. Dat zagen we wel zitten! Met zijn tuktuk bracht hij ons die avond ook nog naar een restaurantje, waar hij nog een prachtig karaoke optreden verzorgde. Helemaal afgebrand kwamen we ergens diep in de nacht aan bij het guesthouse. Wat een dag...

Onze reis is Laos bestond uit drie 'loops' met de motorbike. Tussendoor reisden we met de bus, hetgeen ons erg slecht beviel want tijdens 3 busreizen hadden we 3 keer pech met de bus. Ook is vertraging hier eerder regel dan uitzondering. De reis duurt dan bijvoorbeeld 12 uur in plaats van 7. Dat we in kapotte bussen zaten bleek overigens geen toeval want ook toen we op de motorbike zaten, hebben we er meer stil zien staan dan zien rijden.

De 'loop' van Pakse
We huurden een semi-automatische motorbike bij een aardige Belg die ons wel een uur lang uitleg gaf over de route en alles wat er onderweg te zien was. Na een stop bij een lokale markt, bezochten we de koffieplantage van de grappige kleine Lao mr Vieng. Hij gaf ons een rondleiding en vertelde over het productieproces en de verschillende soorten koffie. Omdat alles organisch is, horen grote rode mierennesten - die soms ook de bomen aantasten - er ook bij. Handig voor door de salade want deze smaken naar citroen (echt waar, we hebben het geprobeerd!). We bezochten nog een aantal mooie watervallen en sliepen in een prachtige bananenbladeren hutje voor maar liefst €4. Meer dan een bed, een klamboe en een hutje heb je toch ook niet nodig! Ook de volgende dagen op de motorbike zagen we nog veel water vallen met als hoogtepunten een waterval van 95 meter en één met een prachtige regenboog waar je door de jungle en aan de bamboe moest abseilen om er te komen.
Na een lange dirtroad kwamen uit bij onze overnachtingsplek. We sliepen die nacht op een soort veranda in puptentjes. Helaas had deze man geen drinkwater of ontbijt, dus een beetje behelpen was het wel! Toen we onze route vervolgden, reden we over een dirtroad door een gebied waar gesteente werd gewonnen. Er stonden veel borden dat je op moest passen voor ontploffingsgevaar. Net toen we dachten weer op de goede weg te zitten, beseften we ons dat we weer bij de accommodatie waren waar we die nacht hadden geslapen. Waar we op de t-splitsing links waren gegaan, moesten we rechts, zodat het nog geen kilometer rijden was voordat we weer op de verharde hoofdweg uitkwamen.

De 'loop' van Thakek
Helaas is het ons ook niet bespaard gebleven.... We dachten wel zo'n sterke maag te hebben, maar ook wij hebben een nachtje alles eruit gegooid in Azië (het heeft nog lang geduurd, de meeste westerse mensen schijnen binnen twee weken al een keer ziek te worden). En het kwam door, heel westers, een quiche!
De volgende dag deden we dus nog even rustig aan voordat we weer op de motorbike klommen en liet Ruud zich zelfs een kapsel aanmeten (dat had hij sinds onze vorige reis niet meer gehad!).
Eigenlijk nog niet 100% fit startten we onze nieuwe 'loop'. Het landschap was totaal anders dan de vorige 'loop'. We reden langs reusachtige rotspartijen en waar het de vorige keer een aangename temperatuur was, werden we nu bijna van onze motorbike afgeblazen zo hard als het waaide.
Na de afslag, moesten we nog een kilometer of 8 dirtroad rijden tot aan de eerste grot. We waren deze ochtend erg vroeg vertrokken en er was dan ook nog niemand. Er stond water in de grot, maar gelukkig lagen er ook 3 kayaks...onbeheerd. Daar mochten we er vast wel een van lenen. We zochten een stevige tak waarmee we konden roeien en met de hoofdlampjes op gingen we op avontuur. Al was er verder niet zo heel veel te zien, het was erg leuk dat het hier niet allemaal zo geregeld is en dat dit gewoon kan (of het ook mocht laten we in het midden). Doordat we ons nog niet helemaal happy voelde, sloegen we een aantal grotten over, gingen alleen even kijken bij een mooi stukje turquoise rivier, waar Ruud normaal gesproken zeker even een duikje zou hebben genomen en stopten nog bij een grot, waar een hele trap in was gemaakt zodat alle toeristen veilig rond konden lopen. Grotten zijn al niet helemaal ons ding, maar als je er dan ook nog alle charme afhaalt, dan is onze aandacht echt helemaal ver te zoeken.
We reden vervolgens in een ruk door naar de plek waar we die nacht zouden verblijven, Sabaidee Guesthouse. Onderweg reden we nog langs een kunstmatig stuwmeer. Ze hebben hier een hele plek onder water gezet, terwijl de bomen er nog stonden. Deze zijn allemaal dood gegaan, maar de stammen staan er nog. Dit geeft een heel apart, maar prachtig landschap.
Helemaal rillend van de kou, lunchten we nog even en namen daarna een overheerlijke warme douche. Het koelt hier 's avonds hard af, maar gelukkig was er een kampvuur. Er verbleven 2 Canadese meisjes en een Amerikaanse veteraan met zijn zwager uit Thailand. Zij hebben met z'n allen heerlijk gebarbecued, maar helaas durfden we dat nog niet helemaal aan. Het was erg gezellig, met vooral prachtige verhalen van de Amerikaan over de geschiedenis van Zuidoost Azië en avonturen die hij allemaal had meegemaakt in het leger.
Doordat we deze 'loop' ook in 3 dagen wilden doen, werd ons verteld dat we deze tweede dag in een ruk door moesten rijden naar de Konglor cave en dat er absoluut geen tijd was om onderweg naar andere dingen te gaan kijken. We vertrokken uiteraard, zoals elke ochtend, erg vroeg en al gauw bleek dat de afstanden toch wel erg waren overdreven. Dus na een paar uurtjes waren we al op de helft van de route en moest de middag nog aanbreken. Ook zonder afslagen te nemen, was de route prachtig en de uitzichten subliem. In het dorpje bij de Konglor cave, hebben de meeste mensen hun huis opengesteld voor gasten om wat bij te verdienen en hebben ze bijna allemaal een stuk land waar ze vanalles verbouwen. Omdat het hier zo droog is, moeten ze elke ochtend en avond allerlei pvc pijpen aan elkaar maken om langs alle plantjes de gootjes vol te laten lopen. Met een potje aan een stok scheppen ze vervolgens het water bij elk plantje. Een sproeier zou hier een uitkomst zijn! De Konglor cave is een 7,5 kilometer lange grot. Het is een soort natuurlijke tunnel met water erin. Je zag er echt niets, dus een hoofdlampje was geen overbodige luxe. Op sommige plekken was de grot gigantisch breed en hoog. Na zo'n 20 minuten te hebben gevaren, mochten we uitstappen om een stukje door de grot te wandelen. Hier was de grot een stuk verlicht en waren er stalactieten en stalagmieten te zien. Terug in de boot moesten we zo nu en dan een mini watervalletje opvaren, waardoor we de boot met een touw omhoog moesten trekken. Na 45 minuten zagen we eindelijk licht aan het eind van de tunnel. We kwamen aan de andere kant uit, waar een klein dorpje lag. Niet echt iets speciaals, maar we konden even onze benen strekken. Op de terugweg kwamen we meerdere boten tegen die allemaal achterelkaar aan voeren. Goed dat we er zo vroeg bij waren!
Buiten de cave nam Ruud nog een duikje, waarna we begonnen aan onze laatste etappe: de terugreis naar Thakhek. In de bergen stopten we nog even bij een prachtig uitzichtpunt over de Stone Forest, waarna we in een keer doorjoegen naar de stad. We hadden een betere brommer gekregen dan de vorige keer, die met gemak 80 km/h haalde. De weg was redelijk, dus hielden we die snelheid aan. Ruud moest goed opletten om de nodige gaten in de weg te ontwijken, waardoor Suze toch wat gespannen achterop zat.
Terug in Thakhek kochten we alvast buskaartjes om de volgende ochtend naar Vientiane te gaan. Snel reden we ook nog naar de Mekong, waar we een mooie zonsondergang zagen, waarbij de zon in Thailand zakte.

De 'loop' in noord Laos
In Vientiane, de hoofdstad van Laos, bleven ook de bedbugs ons niet bespaard. Tja, het blijft Azië. Gelukkig zagen we het op tijd en hebben we geen beten en was het niet nodig om al onze spullen te wassen.
Voor de 'loop' in het noorden - die we zelf hadden bedacht - bleek het lastiger om motorbikes te huren. Bij de eerste 10 bedrijven waar we rondvroegen, bleek dat je in een straal van 60 kilometer om Vientiane moest blijven. Helaas, Laos is íets groter... Wij hadden een 'loop' van zo' 1500 km door de bergen in gedachte. Gelukkig vonden we uiteindelijk toch een goed bedrijf die ze ons verhuurde! Suze had nog niet eerder op een semi-automaat gereden, maar dat hadden we de beste man natuurlijk niet verteld. We wilde daarom eerst even een proefritje rijden op een van de brommers en reed daarom met de brommer de hoek om, waarna Suze ook nog even kon oefenen. Gelukkig had ze het snel onder de knie en reed vervolgens na 3 bochten weer netjes terug alsof ze dit al jaren deed. Daar gingen we dan...met onze 115 cc semi-automatische motorbikes. Ze kunnen waarschijnlijk rond de 100 km/h, maar we hielden het meestal bij een nette 60 km/h. Omdat er vaak gaten in de weg zitten, of het asfalt ineens enkele meters ophield, reden de meesten maar maximaal de 60 km/h, dus we konden goed meekomen met het verkeer.
Als eerste reden we een stuk uit de stad om naar het Buddha park te gaan. Een parkje met wel honderd verschillende Buddha beelden. Op de terugweg stopten we COPE visitor centre. Dit is een organisatie die betaalbare protheses maakt voor mensen die een ongeluk hebben gehad met een UXO (Unexploded Ordinance).
De documentaire in het visitor centre liet zien dat tijdens de Vietnamoorlog de Amerikanen hier 2 miljoen ton aan bommen hebben gedropt. Ondanks dat Laos in het Verdrag van Versailles werd aangemerkt als neutraal, kwamen de Japanners dit land binnen om in het geheim hier een basis te starten. Ook werd dit land gebruikt voor smokkelroutes naar het noorden van Vietnam. Amerika kreeg hier lucht van en omdat alles erg dicht bebost was, besloten de Amerikanen dat ze maar gewoon alles bombardeerden, zonder goed te kijken waar de burgers zich bevonden. Ook de vliegtuigen die boven Vietnam een aantal bommen hadden gedropt en op de terugweg nog een aantal bommen aan boord hadden, moesten hier vanaf omdat hiermee landen een te groot risico was. Daarom werden deze ook maar boven Laos gedropt...bizar!
Er zijn meer bommen op Laos gedropt, dan er überhaupt in de hele tweede wereldoorlog zijn gebruikt! Geschat wordt dat er zo'n 30% van deze bommen - lokaal worden deze 'bombies' genoemd - niet is afgegaan en deze worden nog dagelijks gevonden en maken nog dagelijks slachtoffers. Natuurlijk worden de verhalen hier vanuit het perspectief van deze landen verteld, maar ons beeld van Amerika, is in de afgelopen maanden toch wel redelijk veranderd. Veel van deze geschiedenis wisten wij niet, of niet zo gedetailleerd. Het blijkt dan toch wel weer dat onze opvoeding, scholing en media ook erg gekleurd is.
Onze laatste bezienswaardigheid was de Champs Elysee. Een kopie uit Parijs, maar met Aziatisch motief. Het verhaal hierachter is geniaal. Amerika had cement gedoneerd om een extra landingsbaan aan te leggen bij de luchthaven van Vientiane. De overheid heeft toen besloten om deze gift hier niet voor te gebruiken, maar om er iets moois van te maken. Daarom wordt dit bouwwerk ook wel de 'vertical runway' genoemd. Dit noemen ze nu 'Lao Style'!
Na vier uurtjes tuffen kwamen we aan in Vang Vieng, een prachtig dorpje aan de rivier tussen de bergen. Aan de overkant van de rivier, waar we met een smalle bamboebrug, stonden een aantal bamboehutjes waar we voor €7,- konden verblijven. Ruud zijn rem bleef hangen, niet handig in de bergen, dus voordat we verder konden, moest dit eerst verholpen worden. We brachten een bezoekje aan de plaatselijke mechanic die voor een paar euro een nieuw onderdeel plaatste. Voor dit soort dingen ben je helaas zelf verantwoordelijk als je in Laos een motorbike huurt.
Ondanks dat Vang Vieng een aantal jaar geleden een gigantische party-bestemming was, waar drugs in overvloed werd gebruikt, ambulances af en aan moesten rijden en er verschillende mensen per jaar dood gingen door de alcohol en drugs, is dit nu aan banden gelegd. Toepasselijk want 'tuben' is hier de hoofdactiviteit, in een band de rivier afdrijven al drinkende en aanmerende bij bars. Dat hebben we dus ook een middagje gedaan. Achter ons bamboehutje liep een pad die ons leidde naar een grot en een prachtig uitzichtpunt. Om bij het uitzichtpunt te komen, moesten we een aantal ARBO-afgekeurde laddertjes op en een aantal gladde stenen. Maar het was het waard om ons leven hiervoor te riskeren!
De dag daarop stond er een hele beproeving op het programma. De tweede dag en meteen de langste en bergachtigste etappe van deze ronde: 240 kilometer! Onze stuurkunsten zijn flink op de proef gesteld, want in de 8,5 uur die we die dag hebben gereden, zat geen 100 meter aaneengesloten rechte weg. We kwamen door veel dorpjes, waar de mensen werkelijke niets hebben. Omdat de hutjes allemaal in de bergen staan, is er geen een stukje recht. Daarom staan de hutjes op palen. De meeste zijn gemaakt van bamboe en hebben een dak van bananenbladeren. Stroom is in veel dorpjes nog niet vanzelfsprekend, de meeste dorpjes hebben één kraan en bedden zijn ook alleen voor de rijkere mensen weggelegd. Ondanks dat wij onze ogen uitkeken en deze beelden meer hadden verwacht in Afrika, waren de Lao mensen minstens zo verwonderd. Volwassenen keken ons met open mond aan en bijna alle kinderen lachten vriendelijk, zwaaiden naar ons en riepen 'sabaidee' (hallo). Dit woord zullen we niet snel vergeten, aangezien we dit elke dag tig keer hebben gehoord en natuurlijk vriendelijk terugriepen. Het was een prachtige bergroute waarna we aan het eind van de middag in een stoffige ruige stad aankwamen, Phonsavan.
Deze regio is in de oorlog het zwaarst gebombardeerd. Elk jaar gaan er in deze plaats alleen al 60 mensen dood door Unexploded Ordiance (UXO) die dan toch exploderen. Vaak gebeurd dit wanneer boeren hun land aan het omploegen of omspitten zijn, mensen hun vuil aan het verbranden zijn of als kinderen een van deze gekleurde balletjes vinden en er mee gaan spelen. In Phonsavan was er een visitor centre van UXO Survivors: verhalen van mensen die een explosie hebben overleefd, maar vaak wel ledematen missen en/of bijvoorbeeld blind zijn geworden. Via deze organisatie leren deze getroffenen hoe ze weer aan het werk kunnen en verkopen ze handcrafts van deze mensen. Erg indrukwekkend om al de verhalen van deze mensen te lezen. Helemaal omdat ze al niet veel hebben en hoe groot de impact op hun leven daarna dan ook nog eens is.
Deze regio staat niet alleen bekend om de vele bommen die hier gedropt zijn en er nog steeds liggen, maar ook om de 'Plain of Jars'. Verschillende plekken waar tientallen gigantische potten ooit zijn neergezet. Niemand weet hier precies van hoe oud ze zijn en welke functie ze precies hebben gehad. We bezochten een van deze plekken. Best apart om dit te zien, maar het zijn en blijven gewoon een stel potten. Helaas zijn door de bombardementen heel veel van deze potten beschadigd en is de nieuwe bijnaam: 'Plain of Scars'. Wat wij indrukwekkender vonden waren de gigantische kratergaten die hier geslagen waren. Sommige meerder meters diep en bijna tien meter breed.
Ondanks dat er elk jaar nog veel ongelukken met alle UXO zijn, hebben de Lao mensen ook wel humor. Zo gingen wij lunchen bij een restaurant genaamd: 'Craters'. Ook is er en restaurant met de naam: 'Bombies'.
We wilden ons ook een keer nuttig maken deze reis. We lazen al op meerdere plekken over de 'Lone Buffalo Foundation'. Een organisatie die kinderen buiten school helpt om beter Engels te leren (doorgaans spreken ze hier beroerd Engels) zodat de kans op een baan vergroot wordt. Het bestaat nu 3 jaar en jongeren profiteren hier aanzienlijk van. Als toerist zou je de avondklas bij kunnen wonen, zodat de jongeren konden oefenen met hun uitspraak. Toen we er aankwamen, waren er helaas geen lessen omdat het zondag was. Een van de leraressen, Paula, was toch aanwezig en vertelde ons van alles over de organisatie. Omdat het bijna kerstmis was, was ze kadeautjes aan het inpakken voor elke student, zo'n 200! Om ons toch nog een beetje nuttig te maken, hielpen we haar nog een uurtje met inpakken. Op weekenddagen worden er ook activiteiten georganiseerd, namelijk voetbaltrainingen. Nadat we klaar waren met inpakken, liepen we met Paula nog even langs het voetbalveld. Nouja een voetbalveld, meer een vlakte met heel veel droge graspollen, her en der liep een koe en omdat het best fris was, hadden een aantal jongeren bedacht om ook maar een vuurtje te maken. En owja, er stonden ook nog 2 goals. En wij maar klagen als het veld er niet bij ligt als een biljardlaken! Het lukte de jongens vrij aardig om de bal onder controle te houden en samen te spelen.
Terug in het stadje, brachten we een bezoek aan het MAG (Mine Advisory Group) visitor centre. Deze organisatie leidt mensen op, geeft voorlichting aan burgers en helpt bij het ontmantelen van UXO. Ze hebben de afgelopen jaren honderden bommen onschadelijk gemaakt, maar ze hebben ook zeker nog een hele klus te klaren.
Het was maar goed dat we onze warme kleren, die we aanvankelijk alleen mee hadden genomen voor Rusland en Mongolië, nog niet hadden weggegooid. Het was die ochtend namelijk 3 graden in de bergen. Ondanks dat we redelijk veel laagjes over elkaar heen hadden getrokken, zaten we te rillen op de motorbike en vroren onze handen er bijna af. Na een uurtje voelden we onze handen niet meer en zagen we een marktje, waar we voor maar liefst €3,50 twee paar lekker warme handschoenen konden kopen (die van Suze waren zelfs van leer!). Aan de andere kant van de weg, zat een groepje mensen rond een vuurtje. Ze nodigden ons uit om ons ook even op te komen warmen aangezien we nog steeds zaten te klappertanden. Ondanks dat ze geen woord Engels spraken, hadden we met handen en voeten toch een soort van een gesprek.
Weer terug op de weg, scheelde het stukken dat onze handen in ieder geval ook beschermd waren. We namen een zijweg om na 7 kilometer uit te komen bij het 'Crater Landscape'. Een vlakte waar de aarde roodbruin was en waar heel veel kraters waren geslagen door alle bommen die hier ontploft zijn. Veel meer en nog grotere gaten dan die we gister hadden gezien! Omdat alles hier vol bommen ligt en de locals heel weinig hebben, maken ze creatief gebruik van de materialen. We eten eigenlijk bij elk noedeltentje met lepels gemaakt van omgesmolten bomresten en je ziet veel huizen waarvan onderdelen gemaakt zijn van bommen.
We hadden al gehoord dat de Hmong stam er een aparte traditie op na hield om het nieuwe jaar te vieren, maar om het te zien, was toch wel heel bijzonder. Het nieuwe jaar van de Hmong stam wordt ergens begin december gevierd. Niet precies altijd op dezelfde datum, want ze zijn hier ook niet zo bezig met tijd en data. Het nieuwe jaar wordt 10 dagen achter elkaar feestelijk gevierd, waarbij vooral de vrouwen in prachtige klederdracht te zien zijn. Vervolgens gaat iedereen tegenover elkaar staan...om ballen naar elkaar te gooien. De hele dag en dat 10 dagen lang! Vroeger gingen de vrijgezellen mannen in deze 10 dagen langs nabijgelegen dorpjes om ballen te gooien met de vrijgezellen vrouwen uit het dorp. Tijdens het ballen gooien konden ze dan in gesprek raken en hoopten ze zo hun partner tegen te komen. Vandaag de dag is het gewoon gezellig ballen gooien met iedereen uit het dorp, maar wordt er nog wel vastgehouden aan de 10 dagen. We stopten bij een dorpje om het hele schouwspel eens goed te aanschouwen. Toevallig was er een jongen die in Vientiane aan de universiteit studeerde en gister gearriveerd was in het dorpje van zijn ouders, waar wij dus waren. Hij legde de hele traditie aan ons uit en nodigde ons uit om ook gezellig ballen mee over te gooien. Wij waren redelijk vereerd, maar aan de gezichten van de mensen uit het dorp te zien, was het of de koning en koningin op bezoek kwamen. Na zo'n 30 minuten (eigenlijk al na 10 minuten, maar uit beleefdheid bleven we nog iets langer ballen gooien) hadden we het wel gezien, bedankten we iedereen en vervolgden onze weg. Er stond een redelijk koude wind en van dat ballen gooien hadden we het ook niet echt bepaald warm gekregen. We reden de hele middag goed door, om te zorgen dat we voor het donker bij onze volgende bestemming aankwamen: Vieng Thong. Een klein stadje, met 4 guesthouses. Een beetje overdreven, aangezien we geen andere toeristen hebben gezien! Het zag er gezellig uit in de hoofdstraat met allemaal vlaggen langs de kant van de weg. Dit was omdat de gouverneur van het district langs zou komen. Elke familie had daarom een vlag gemaakt en deze langs de kant van de weg aan een (bamboe) vlaggenmast gemaakt.

Vandaag stond weer een hele dag rijden op het programma. De route bleef erg bergachtig en op sommige plekken waren er veel gaten in de weg. We konden ze bijna allemaal ontwijken, maar af en toe knalden we met onze motorbikes door deze gaten. Gelukkig bleef alles heel en bleven wij ook op de motorbike zitten!
De begroeiing langs de kant was veel dichter geworden. De weg liep letterlijk door prachtige jungle. Er zouden hier ook tijgers en slangen moeten zitten, maar helaas hebben wij niet meer gezien dan een aantal gekko's en heel veel muggen.
De mensen die hier leven, leven voornamelijk van producten die ze uit de jungle halen. Met flinke kapmessen gaan ze de jungle in, we zagen vooral vrouwen en kinderen, en komen met bossen takken weer terug.
In elk dorpje, bij zo ongeveer elk huis, worden in de ochtend vuurtjes gemaakt. Ze hebben hier geen kachel, laat staan een verwarming. Aangezien het in de ochtend vrij koud is, warmen ze zich op deze manier op. Natuurlijk brengt het ook gezelligheid met zich mee, want om elk vuurtje zaten meestal een groepje van zo'n 2 tot 4 mensen. Kinderen leren ook al snel om met vuur te leven. Hoe klein ze ook nog waren, iedereen weet hier hoe ze vuur moeten maken en dat ze op een afstandje moeten blijven.
Na zo'n 100 kilometer, waren we toch weer helemaal onderkoeld en besloten we ook maar eens een vuurtje te maken. Aangezien we al de hele dag door de jungle hadden gereden, was er aan hout geen gebrek. En omdat het al lang geleden was dat het voor het laatst had geregend, was het geen probleem om het aan de gang te krijgen. Locals die langskwamen lachte vriendelijk en vonden het prachtig om te zien dat ook 'farang' (zo noemen ze buitenlanders hier) vuurtjes konden maken. Gelukkig kwam de zon er ook door, dus we warmde weer aardig op. Toen het vuur weer uit was en wij heerlijk warm waren, reden we nog zo'n 80 kilometer, totdat we aankwamen in Nong Khiaw. Een toeristisch plaatsje, waar vanuit veel activiteiten, zoals kayaking op de Mekong, klimmen en trekkingstochten, worden georganiseerd. Aangezien wij kerst in Luang Prabang wilden vieren, hadden we hier helaas geen tijd voor. We verbleven weer in een bamboehutje met uitzicht op de Mekong en met een mooie zonsondergang in de bergen op de achtergrond.
Voordat we konden vertrekken moest Ruud zijn kettingkast nog even fixen. We hadden gister redelijk veel dirtroad gereden, waardoor er een stukje was afgebroken en deze nu erg rammelde. Gelukkig is een rol ducktape in dit soort gevallen je vriend en heeft Ruud dat altijd bij zich (zowel ducktape als tyraps zijn erg handig als je in Azië op reis gaat, o.a. om de douche op te hangen als het haakje weer eens is afgebroken).
Vandaag viel de weg erg mee. De bergen veranderden in heuvels en de wegen waren stukken beter. We hoefden vandaag ook maar zo'n 150 kilometer, waardoor we vroeg in de middag aankwamen in Luang Prabang. Dat was wel even schrikken. De afgelopen dagen kwamen we namelijk zo nu en dan een auto, bus of vrachtwagen tegen. Zo weinig, dat we ze per uur op een hand konden tellen. Meteen toen we bij deze stad aankwamen, stond het eerste het beste kruispunt helemaal vast en moesten we al file rijdend richting het centrum.
Nog geen 10 minuten nadat we gearriveerd waren in Luang Prabang, zagen we het Franse meisje - Tracy - lopen, die we ook in Thakhek tegen waren gekomen. Aangezien het kerstavond was, had ze met een aantal andere reizigers gereserveerd voor een gezellig Christmas Eve dinner (een 7 gangen diner!). We werden ook uitgenodigd en keken nog een prachtige zonsondergang op een berg midden in de stad. Echt romantisch was het niet te noemen, want dit hadden nog zo'n honderd mensen bedacht en was het dringen om überhaupt de zon goed te kunnen zien, laat staan om er ook nog een mooie foto van te maken! Daarna propten we ons lekker vol met 7 gangen in het gezelschap van 4 Denen en 4 Fransen, erg gezellig.
We bezochten een aantal kilometer buiten het centrum het 'Ock Pop Tok Living Craft Centre'. Hier werd het hele proces van zijde maken getoond. Van zijderupsen tot aan de vrouwen die deze zijde weven tot doeken, sjaals en andere kleding. Erg leuk om te zien. Terug in de stad pakten we nog even de laatste zonnestraaltjes mee op een heerlijk terrasje, want om 17.00 uur gingen we naar Big Brother Mouse. Een project van een monnik dat uitgegroeid is tot een hele organisatie. Toen hij nog jong was zag hij toeristen lezen en werd tegen hem gezegd: "Lao don't read". Hij wilde toch graag leren lezen en vond het zo leuk dat zijn missie is geworden om iedereen in Laos de mogelijkheid te geven om te leren lezen. Daarom maakt de Foundation boeken die ze naar alle dorpen brengen. Het onderdeel waar wij voor kwamen was het oefenen met Engels spreken. Jongeren uit Laos en toeristen kunnen in de ochtend en in de avond binnen wandelen en gedurende 2 uur kunnen de jongeren met toeristen praten om zo beter Engels te leren spreken. Wij spraken twee jongens van 17 en 15 jaar. Een erg leuke manier voor toeristen om meer te weten over het leven in Laos en voor de jongeren een leuke manier om Engels te leren spreken. En soms nog best lastig, waarom wordt er in het Engels bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de woorden 'road', 'street' en 'way'. Het betekent ongeveer hetzelfde en in het Lao is er dan ook maar één woord voor. Ook het uitspraken van sommige woorden is erg lastig voor hen, 'will' en 'well' klinkt voor hen hetzelfde.
Omdat we gister nog niet genoeg hadden gegeten, maar vooral omdat het kerst is, gingen we deze avond bij Lao Lao Garden eten, waar we hebben genoten van een heerlijke Laos BBQ. Een soort combinatie van fonduen, gourmetten en bbq-en, waarmee we noodle soup konden maken en tegelijkertijd vlees konden braden. We hebben heerlijk gegeten en gaan dit zeker thuis nog een keer over doen! Ook bezochten we de Kuangsi watervallen met verschillende plateaus, super blauw water en de omgeving zoals ze bij Centre Parcs hebben nagemaakt, alleen dan echt! Er liep ook een pad die leidde naar de bovenkant van de waterval. Waarschijnlijk hadden wij het verkeerde pad genomen, want na een half uurtje door de modder, dichte jungle en over verschillende beekjes, kwamen we uiteindelijk boven uit. Tot onze grote verbazing zagen we hier ook redelijk wat oude en niet zo'n sportieve mensen. Er bleek namelijk ook een redelijk begaanbaar pad te zijn, die we toen maar naar beneden hebben genomen. Weer beneden waren allerlei tours inmiddels ook gearriveerd, waardoor het een drukte van jewelste was. Gelukkig hadden wij al allemaal mooie foto's gemaakt waar geen andere mensen op stonden, want dit was inmiddels redelijk onmogelijk geworden.
De laatste lange, zware bergetappe: 235 kilometer van Luang Prabang terug naar Vang Vieng. Ook deze route was weer prachtig. We hadden deze ochtend de wekker om 6 uur gezet om de monniken ceremonie bij te wonen. Suze vond het nog wel erg vroeg, dus besloot in bed te blijven. De monniken lopen hier door alle straten en krijgen eten van locals (en natuurlijk van toeristen die dit dan van locals kopen). Er waren tientallen monniken die in groepjes lopen en op elke hoek van de straat zitten de mensen te wachten om ze eten te geven. En natuurlijk heel veel toeristen (waarvan Ruud er ook een van was) die met hun camera klaar staan om deze toeristische attractie te vereeuwigen. Het mooiste waren de zwerfkinderen, die met een bak iets verderop gingen zitten en weer om eten vroegen aan de monniken...en met succes!
Inmiddels was de zon opgekomen en was het al aardig opgewarmd. Mooi weer om op de motorbike te zitten. Het eerste stuk was redelijk vlak, waardoor de eerste kilometers redelijk snel verliepen. Toen we verder de bergen inreden, reden we letterlijk in de wolken. De weg was erg nat (en glad) en op sommige stukken was het zicht minder dan 20 meter. We stegen gelukkig nog verder, zodat we ook stukken hadden waar we boven de wolken reden. Ruud vond het erg jammer dat we een plaatsje heel noordelijk over hadden geslagen, omdat hier de 'sea of clouds' te zien was. We werden op onze wenken bediend, want op de top van de berg hadden we een prachtig uitzicht over de wolken en met verschillende bergtoppen die hier doorheen staken. Toen we weer daalden bleef het mistig, waardoor we erg nat werden en daardoor ook erg koud. Als echte ingeburgerde Laotianen, maakten we weer een vuurtje aan de zijkant van de weg, waardoor we snel weer droog en warm werden. De laatste 100 kilometer hadden we al een keer gereden, maar gelukkig mochten we deze nog een keer rijden. Doordat we nog niet hele ervaren motorrijders waren, was onze aandacht op de heenweg, vooral gericht op de weg. Nu we wat meer ontspannen op de motorbikes zaten, konden we ook meer genieten van alles om ons heen en zagen we de meest prachtige valleien voor ons opduiken. Uiteraard waren er weer veel bochten, maar de weg was een stuk beter dan die we de afgelopen dagen hadden gezien, dus het was erg prettig rijden. Terug in Vang Vieng was het zo warm, dat we voor het eerst niet rillend maar eerder zwetend van de motor stapten. De zon stond nog redelijk hoog, dus we gingen nog even heerlijk aan en in de rivier liggen.
Bij het allerlaatste vlakke stuk dat we moesten rijden kreeg Ruud een lekke band. Per toeval stopten we precies voor de deur van een mechanic die de motorbike door oplapte. Al met al was hij er een half uurtje mee bezig en schrokken we van het bedrag dat we af moesten rekenen: één euro! 25 kilometer voor Vientiane begon het weer druk te worden en was het weer opletten geblazen om niet afgesneden te worden door een van de pick-up trucks die hier de meest voorkomende auto's zijn. Zonder kleerscheuren kwamen we aan in het centrum. Waar we met weemoed onze motorbikes weer inleverde.

De volgende dag vertrokken we met de lokale bus (niet verstandig volgens de hoteleigenaar die ook 5x zo dure kaartjes voor de vip bus verkocht), naar Thailand. De douanier keek naar onze paspoorten, waarna we GRATIS door een ander poortje mochten (ook wel een keer genieten dat wij niets hoefden te betalen en de locals voor de verandering wel, op andere plekken heb je altijd speciale prijzen voor buitenlanders). We ruilden onze laatste Laos Kip briefjes om naar Thaise Baht, waarna we met de bus over de Lao-Thai Friendship Bridge naar Thailand reden en we, zonder enig probleem, een Thai visum kregen voor 15 dagen. Het ging nog niet eerder zo soepel!

Klik hier voor de foto's: picasaweb.google.com/115127350444859083454/Laos?authuser=0&feat=directlink

  • 01 Januari 2015 - 10:47

    Jeanne:

    Wat een cadeau zo op nieuwjaarsdag.....een prachtig verslag wer. Voor jullie ook de beste wensen voor het nieuwe jaar en hopelijk zien jullie nog veel mooie dingen.
    Lieve groet Jeanne

  • 01 Januari 2015 - 11:29

    Wilma Zegers:

    Goeie morgen,
    Allereerst een gelukkig nieuwjaar met veel gezelligheid en gezondheid.
    Met een kumke koffie het hele verhaal gelezen, spannend zeg.
    En dat jij dat allemaal durft Suse,geweldig.
    kost toch nog al wat tijd zo`n verslag schrijven,dat daar nog tijd voor is na zoveel bekijken, reizen enz.
    Wel leuk dat we zo mee mogen genieten en er ook wat van opsteken.
    Nog veel succes en een dikke knuffel van ons.
    Tommy en Wilma

  • 01 Januari 2015 - 22:23

    Maarten W:

    Weer een prachtig verhaal, blijf een beetje jalours.

  • 02 Januari 2015 - 22:08

    Hans:

    Weer een indrukwekkend verhaal wat ik met plezier heb gelezen.

  • 05 Januari 2015 - 12:31

    Sanne:

    Suzie en Ruud,
    Wederom een fantastisch verhaal, wat een avonturen weer! Geniet van Thailand!!
    Liefs, Sanne

  • 05 Januari 2015 - 13:50

    Mieke Aarts:

    Fijn om weer uitgebreid over jullie reis te kunnen lezen.
    Ook voor jullie de allerbeste wensen en een fijne reis verder!
    Groeten, Mieke.

  • 07 Januari 2015 - 23:26

    Gezien Snijders:

    Hallo Suze,
    Allereerst nog de beste wensen voor 2015. Wat een prachtige verhalen en foto's. Jaloersmakend gewoon. Jullie hebben al heel wat gezien en meegemaakt. Wat is het hier dan saai ; (
    Ik wens jullie nog heel veel plezier de komende maanden. Geniet ze!
    Groetjes, Gezien

  • 18 Januari 2015 - 16:32

    Timber:

    lijkt me super en spannend zo'n tocht per motorbike. mooie verhalen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Laos, Vientiane

Trans Mongolië express & Zuidoost-Azië

Een nieuw avontuur!

Recente Reisverslagen:

01 Maart 2015

Thailand deel 2

05 Februari 2015

Myanmar

15 Januari 2015

Thailand deel 1

01 Januari 2015

Laos

18 December 2014

Cambodja

Actief sinds 28 Maart 2009
Verslag gelezen: 493
Totaal aantal bezoekers 38494

Voorgaande reizen:

29 September 2014 - 27 Februari 2015

Trans Mongolië express & Zuidoost-Azië

05 Oktober 2009 - 10 Mei 2010

Australië & Nieuw Zeeland

Landen bezocht: